Voeg deze pagina toe aan je favorieten
Like en deel al onze reisverhalen met vele foto's met je vrienden op Facebook.
Om te duiken is goed uitloden, goed uittrimmen met de juiste duikfles en de juiste gemiddelde oppervlakte luchtverbruik GOV berekening van levensbelang. Bekijk daarom ook deze pagina's!
Het is gemakkelijker om niet enkel het verbruik van de duik te berekenen, maar om het getal op de manometer te berekenen en te gebruiken om te bepalen wanneer de duik moet worden be'indigd.
De hier gebruikte cijfers zijn maar een voorbeeld en fictief. Het moet allemaal worden aangepast, naar uw configuratie en uw duikprofiel.
Om het verbruik in druk om te zetten naar gasvolume:
Het volume van de duikflessen maal de druk verbruik stijging en decompressiestops tot eerste gaswissel = barliter lucht of mengsel verbruik b.v. (2X12liter) = 24 liter (inhoud duikflessen lucht of mengsel) X 25 bar verbruik (stijging en decompressiestops tot eerste gaswissel) = 600 barliter lucht of mengsel verbruik.
Om het verbruik in gasvolume om te zetten naar druk in bar:
Het volume gas verbruik stijging en decompressiestops tot eerste gaswissel gedeeld door het volume van de duikflessen = bar druk verbruik
b.v. 600 barliter lucht of mengsel (verbruik stijging en decompressiestops tot eerste gaswissel) / inhoud (2X12liter) = 24liter (duikflessen) = 25 bar druk verbruik.
Om het persoonlijk luchtverbruik of gemiddelde oppervlakteverbruik GOV lucht of mengsel te berekenen, zie bovenstaande link.
Voor Extendend Range duiken tot 60m diepte wordt de 'one third' -regel gebruikt voor de keerdruk berekening. De voorwaarde bij het toepassen van deze regel is dat er tijdens het Extendend Range duiken steeds een open stijgruimte is en het stijgen op ieder ogenblik kan worden aangevat.
Ter verduidelijking: tijdens het Extendend Range duiken mag maximaal 2/3 van het bodemgas verbruikt worden; bij terugkeer aan de oppervlakte moet er steeds 1/3 bodemgasvoorraad over zijn. Bij bail out (planning overschrijding diepte of tijd) of lost deco gas (verloren of defecte stage) wordt het uitzonderlijk toegestaan dat er minder dan 1/3 van het bodemgas overblijft bij het bereiken van de oppervlakte. Deze reserve van 1/3 dient om een kleine diepte of overschrijding van enkele minuten duiktijd (bail out) of het verlies van het decogas (lost gas) te kunnen opvangen (wat ten alle tijden moet worden vermeden). Toch moet op voorhand berekend worden dat de duik nog veilig kan worden be'indigd.
Indien bij de aanvang van het Extendend Range duiken 210 bar bodemgas (lucht of mengsel) in de duikflessen zit, moet bij het be'indigen van de duik aan de oppervlakte nog 70 bar lucht of mengsel in de duikflessen aanwezig zijn. Het totale maximale verbruik bodemgas bedraagt dan 140 bar. Dit wordt de 'one third' of 1/3 -regel genoemd.
Deze 'one third'-regel kan evenwel niet altijd gebruikt worden. Wanneer er zeer veel en lange trappen moeten worden gemaakt en een grote stage wordt gebruikt, kan de 'one third'-regel van het bodemgas (lucht of mengsel) ontoereikend zijn bij lost gas. Dat wil zeggen dat niet alle decompressietrappen kunnen gemaakt worden op het bodemgas. Bij de berekeningen van het duikplan zal hierbij dus een kleinere duiktijd moeten worden gebruik zodat de volledige Extendend Range duik op het bodemgas bij lost gas kan gemaakt worden. Dit is gemakkelijk te berekenen met het decompressieprogramma MultiDeco.
Om te weten wanneer we de duik moeten be'indigen en aan de opstijging moeten beginnen, wordt de keerdruk berekend. De te verbruiken druk vanaf de start van de duik tot aan de eerste gaswissel met de stage, wordt als volgt berekend: de totale druk van het bodemgas wordt gedeeld door 3 en vervolgens vermenigvuldigd met 2. Dit is de totaal maximaal te verbruiken druk bodemgas (lucht of mengsel) tot aan de eerste gaswissel.
Voorbeeld:
Wanneer de bodemgasduikfles een druk heeft van 210 bar, dan mag er maximaal 140 bar (2/3) worden opgebruikt voor het volledige duikprofiel. Inclusief stijgen en decompressiestops tot aan de eerste gaswissel.
Om te weten wanneer de duik moet be'indigd worden, moet de te gebruiken druk voor de stijging inclusief decompressiestops berekend worden tot aan de eerste gaswissel.
De uitkomst wordt bijgeteld bij de 1/3 druk van het bodemgas dat aan de oppervlakte over moet zijn. Dit geeft ineens de keerdruk of einde duikdruk.
Concreet voorbeelden in cijfers:
Om aan de oppervlakte te komen met 1/3 bodemgas: 210 bar (begindruk) / 3 X 1 = 70 bar + 25 bar (bodemgasverbruik stijging en decompressiestops tot aan de eerste gaswissel) = 95 bar. Als de manometer op 95 bar staat, moet de duik onmiddellijk worden be'indigd.
Om het verbruik van bodemgas lucht of mengsel tijdens de stijging te kunnen berekenen, worden volgende zaken allemaal samengeteld: stijgtijd, GOV en gemiddelde druk van het stijgen tot de eerste trapdiepte, tijd, GOV en druk op trapdiepte, aantal trappen met GOV en respectievelijke druk. Dit getal wordt gedeeld door de volume inhoud van de bodemgas duikflessen (in ons voorbeeld 2 duikflessen van 12liter).
Voorbeeld met fictieve cijfers
392 Barliter + 56 Barliter + 50 Barliter + 88 Barliter = 586 Barliter / 24 liter (2 X 12liter duikflessen) = 24,42 Bar. Voor de veiligheid wordt er steeds naar boven afgerond = 25 bar verbruik.
Dus bij 210 startdruk / 3 X 1 = 70 bar + 25 bar = 95 bar einde duikafspraken.
95 bar is de keerdruk. Als de manometer deze druk bereikt, moet er worden gestegen!
Opmerking: bereid de mededuikers voor wanneer de berekende keerdruk bijna is bereikt.
Duiken met een Bi 2x10l op 232 bar = 20l x 232bar = 4640barl
De GOV (gemiddelde oppervlakte verbruik) is 20liter/minuut
Totaal 492barl / Bi20l= 24,6bar verbruik stijgen en trappen tot aan de eerste gaswissel
Rules of third= 232bar / 3 x 1 = 77,33bar die aan de oppervlakte in de Bi over moet zijn
Verbruik stijgen in druk Bi + verbruik trappen in druk Bi tot aan de eerste gaswissel + 1/3 totaal start gasdruk Bi = keerdruk
24,6bar (stijgen en eerste trappen tot gaswissel) + 77,33bar (1/3 rule) = 101,93 afronden naar 105 bar keerdruk
Lees ook de andere instructies om te leren duiken en ontdek andere nuttige duikinstructies.
Overweeg je om te leren duiken tijdens je reis naar het buitenland? ADC Scuba Diving Antwerpen - Deurne raadt dit sterk af. Het is veel veiliger en efficiënter om vooraf in België of Nederland duiklessen te volgen en een officieel duikbrevet te behalen. In de regio Antwerpen - Deurne vind je betrouwbare duikscholen met gecertificeerde duikinstructeurs die je professioneel begeleiden.
Wanneer je pas leert duiken tijdens je vakantie, gaat veel kostbare tijd verloren aan het onder de knie krijgen van je duikuitrusting, je drijfvermogen, het uittrimmen en andere basisvaardigheden. Daardoor mis je veel van het prachtige onderwaterleven. Door vooraf te oefenen, duik je tijdens je reis veel ontspannener en geniet je veel meer van je duikvakantie.
Check altijd de meteo, weer van de Oosterschelde in Zeeland voordat je gaat duiken! Op onze pagina van ADC Scuba Diving Antwerpen - Deurne vind je actuele weersvoorspellingen en handige links naar betrouwbare weer-websites.
Ga terug naar de homepagina van ADC Scuba Diving duiken Antwerpen - Deurne